Samenwerking in een gezin en in een bedrijf lijken op elkaar omdat mensen in beide situaties moeten samenwerken en afspraken moeten maken, te denken aan:
Doelen: Zowel gezinnen als bedrijven hebben doelen. In een gezin is een algemeen doel: goed voor elkaar zorgen en gelukkig zijn.
Praat met elkaar: Het is belangrijk om met elkaar te praten en dingen duidelijk te maken. In gezinnen en bedrijven moeten mensen begrijpen wat er gebeurt en wat er van hen verwacht wordt.
Taken: Iedereen heeft dingen die ze moeten doen. En wat dacht je van taakverdeling dit komt ook bij beide naar voren.
Beslissingen nemen: gezinnen en bedrijven nemen beslissingen. Dit kan variëren van kleine dingen zoals wat te eten tot grote beslissingen zoals hoe richten we het financieel in.
Problemen oplossen: Conflicten kunnen voorkomen in zowel gezinnen als bedrijven. Hoe wordt het opgelost?
Plannen en organiseren: Het is handig om plannen te maken en georganiseerd te zijn. Zo weet iedereen wat er moet gebeuren en wanneer.
Feedback krijgen: Het is nuttig om te horen hoe goed je het doet. In gezinnen en bedrijven kan dit betekenen dat er wordt verteld wat je goed doet en waar je kunt verbeteren.

Het uitvoeren van de avondtaak
En dan -> jouw kind doet niet wat er gevraagd wordt? De taak is tanden poetsen, plassen, pyjama aan en in bed liggen.
Hoe ga je dit nu oplossen zodat je goed kunt samenwerken waarbij jullie beide blij zijn, hiervoor ga je eerst de analyse opmaken. Dit is een mogelijke analyse, geanalyseerd vanuit de ouder: lees deze van bedoeling naar gedrag naar effect.
1e stap = BEDOELING
2e stap = GEDRAG
3e stap = EFFECT
BEDOELING Kind: wil nog niet naar bed, is er nog niet aan toe om naar bed te gaan. Wordt afgeleid door andere dingen wat hij/zij ziet.
GEDRAG Kind: heeft taak niet gedaan.
EFFECT Ouder: frustratie wat kunnen we nog doen om mijn kind zelfstandig zijn/haar taak te laten doen?
Volgende reactie van ouder/kind kan zijn:
BEDOELING Ouder: ik wil eigen tijd, ben er klaar mee, energie is op.
GEDRAG Ouder: ik word boos en verhef mijn stem.
EFFECT Kind: hij/zij raakt verward snapt het niet en gaat in zijn hoofd een eigen verhaal maken.
Volgende reactie van ouder/kind kan zijn:
BEDOELING Kind: troost zoeken, hij/zij wil bevestiging dat hij/zij het niet verkeerd heeft gedaan.
GEDRAG Kind: wordt stil en keer zich in zichzelf.
EFFECT Ouder: ik voel me schuldig.
Volgende reactie van ouder/kind kan zijn:
BEDOELING Ouder: ik wil geen ruzie.
GEDRAG Ouder: ik ga het vergoedelijken. Ik ga met kind praten over het boos zijn wat er daarna gebeurt.
EFFECT Kind: hij/zij voelt zich rot en voelt zich ook schuldig.
Volgende reactie van ouder/kind kan zijn:
BEDOELING Ouder: ik wil snel mijn eigen tijd hebben.
GEDRAG Ouder: ondertussen heb ik mij er mee bemoeid en de taak overgenomen.
EFFECT Mooi de taak is gedaan.
Herhaling vindt plaats:
Volgende keer taak niet uitgevoerd -> ouder verheft stem -> kind raakt verward en wordt stil -> ouder voelt zich schuldig en gaat vergoedelijken ->ouder neemt het over en pak kind zijn/haar zelfstandigheid af ->kind gaat naar bed.
Wat is bepalend voor gedrag

Bij gedrag spelen verschillende mechanismen op. Zoals psychologische mechanismen, sociale mechanismen en copings mechanismen.
Als je naar het voorbeeld kijkt kun je eruit halen door de analyse waartoe je als ouder geneigd bent in een voor jou lastige situatie: het overnemen van de taak. Hier zit het copings mechanisme.
Dit gedrag uit het voorbeeld kan er toe leiden dat je patronen als ouder hebt overgenomen vanuit jouw eigen vader of moeder. En als je dit niet door hebt gaat dit ook over naar jouw kind.
Het overpakken van taken en de zelfstandigheid afpakken leidt tot onzekerheid. Dit is vervolgens wat met zo’n “simpele taak” kan gebeuren. Beter is dan om maar goed samen te werken.
Positieve samenwerking

Als we verder gaan met het voorbeeld en bekijken hoe we de taak verder kunnen invullen gericht op positieve samenwerking, kunnen we het volgende doen:
Doel – Inhoud = uitvoeren avondtaak: tandenpoetsen, plassen, pyjama aan doen en in bed liggen. Dit doel is het doel van de ouder uit verzorging voor het kind. Met het doel van de ouder is het zoals het is, dit is oké omdat het ook van belang is dat ouder, ouder is en kind, kind. Systemisch op de juiste plek.
Het is wel goed om het doel uit te leggen bijvoorbeeld tanden poetsen is belangrijk want…. Op tijd naar bed is belangrijk omdat…etc.
Speelveld – Spelregels = met kinderen kunnen afspraken gemaakt worden zoals met betrekking op het voorbeeld: hoeveel tijd heb jij nodig om jouw taak uit te voeren? Wat heb jij nodig om jouw taak uit te voeren? Met deze vragen geef je jouw kind medezeggenschap. Daarin is wel van belang dat jij als ouder de speelruimte bepaald oftewel begrenzen. Je kunt hierbij als ouder aangeven: oké we hebben een half uur, hoeveel tijd heb jij nodig binnen dat half uur?
Daarna kunnen de spelregels gemaakt worden. Wat als de taak buiten de tijd valt? Wat spreken we dan af? Je kunt hierbij denken aan dat zonder praten mama/papa je naar bed brengt ook al is de taak niet gedaan. De dag erna wordt er pas weer gepraat. Let op dat je hierbij jouw emotie als ouder neutraal houdt. Geen dreigingen of straf daar help je jouw kind niet mee. Zeg daarbij: het is nu niet gelukt we gaan het morgen weer proberen. Als je hierin consequent blijft is het gegarandeerd na 1 x verholpen en zal jouw kind het zelf gaan oppakken.
Relatie = rust, reinheid en regelmaat is hierin van toepassing. Je creeërd hiermee veiligheid en vertrouwen.

Samenvattend
Samenvattend is de conclusie dat als het ergens stroef loopt qua samenwerking je de analyse blijft uitschrijven van:
- BEDOELING, GEDRAG EN EFFECT zet dit op papier.
- Je kijkt welke mechanisme bij jezelf in werking wordt gezet. Dus de gebeurtenis verklaren voor jezelf. Wat is jouw gedrag? Is dit gedrag ook in andere situaties vergelijkbaar? Heb je patronen overgenomen van jouw ouders? Wat is jouw terug komend gedrag in lastige situaties?
- De piramide van de drie stappen met elkaar bekijken en er invulling aan geven per situatie.